Blog
Wat ik ontdekte tijdens het maken van de film 100 jaar Mennorode
Ik vond mijn eigen familiegeschiedenis in oude gastenboeken. Wat begon als een opdracht, werd een persoonlijke zoektocht naar waarden die nog altijd actueel zijn: gelijkwaardigheid, gemeenschap en verbondenheid.
Universele waarden en beelden
Deze film gaat niet zozeer over religie, maar over een groep doopsgezinden die een eeuw geleden een eigen huis bouwden voor vakanties en conferenties met gelijkgestemden. Een ontmoetingsplaats in de natuur, met ruimte voor sport en spel, liefde en verbondenheid. Dat is wat mij heeft geraakt en gedreven om het verhaal van Mennorode vast te leggen.
Ik heb ervan genoten om in het archief te ontdekken hoe een kale zandvlakte met een paar houten barakken van het Doopsgezind Broederschapshuis Elspeet in 100 jaar uitgroeide tot Landgoed Mennorode met 372 bedden in 2025. Over de laatste 45 jaar kan ik ook uit eigen ervaring vertellen.
De film is naast een mooie opdracht ook een verrassende persoonlijke reis geweest.
“Els, weet jij eigenlijk wel hoe doopsgezind jij bent?” Die vraag stelde een bevriende doopsgezinde predikant mij lang geleden eens. Ik had geen idee, ik had er nog nooit over nagedacht. Tijdens het maken van de film over 100 jaar Mennorode realiseerde ik me steeds meer wat ze destijds had bedoeld.
Toen ik gevraagd werd om de film te maken, kreeg ik een rondleiding en de sleutel naar de “Mennistenhemel”, waar het archief bewaard wordt.
Een paar pagina’s in het gastenboek van 1925. Linksboven mijn overgrootouders: ir. A. Hoitsma en gezin uit Leeuwarden. Wat opvalt is dat er gasten uit het hele land aanwezig waren, van Groningen tot Amsterdam en van Den Haag tot Deventer.
Overgrootouders in eerste gastenboeken
In de gastenboeken van 1925, 1926 en 1927 kwam ik de overgrootouders van mijn moeders kant tegen, de familie Hoitsma uit Leeuwarden. Mijn opa was elf jaar in 1925. Dit was een leuke verrassing, niemand van de familie wist dit. Mijn overgrootvader was opgegroeid in Het Bildt in het noorden van Friesland. Na zijn studie in Delft verhuisde het gezin, na wat omzwervingen, naar het Emmaplein in Leeuwarden om zich daar te settelen.
De ontdekking in de gastenboeken maakte de speurtocht naar 100 jaar Mennorode niet alleen historisch, maar ook persoonlijk. Ik had van het bestuur de vrije hand gekregen en besloot die persoonlijke vondst zichtbaar te maken: je ziet mij in het archief bladeren en een close-up van het gastenboek in beeld brengen. Door me voor te stellen hoe mijn overgrootouders hier kwamen en wat het huis voor hen heeft betekend, kreeg ik zelf een sterkere band met de geschiedenis die ik wilde vertellen.
Unieke, nooit vertoonde filmbeelden uit de jaren ‘30
Die persoonlijke vondst kreeg later nog een bijzonder vervolg. Tijdens mijn research stuitte ik op zeldzame 8mm-beelden uit de jaren ’30: bijvoorbeeld mensen die lachend de doopsgezinde kerk in Leeuwarden uitkomen. Slechts enkele seconden, maar ze raakten me meteen. In de film vertelt een predikant dat doopsgezinden “niet zo zwaar op de hand zijn”. Wellicht herkennen kijkers hun lachende voorouders in beeld.
Groep mensen die tijdens een gemeentedag in de jaren ‘30 de doopsgezinde kerk in Leeuwarden verlaat.
Verbonden met het noorden
Tijdens mijn research stuitte ik ook op een kaart uit 1911, die laat zien dat de Doopsgezinden vooral daar aanwezig waren waar de overheid ver weg was: Noord-Holland, Friesland, Groningen en Giethoorn. Dat trof me extra, omdat ik in Friesland ben geboren, in Giethoorn ben opgegroeid en sinds 2002 in Sneek woon. Voor mij werd de film daardoor ook een zoektocht naar mijn eigen wortels en naar de waarden van gelijkheid, vrijheid en gemeenschap die generaties lang zijn doorgegeven.
Op zoek naar diepere wortels
Wat ik me vaag herinnerde, is dat in het boek Sporen van Menno een brief genoemd wordt die Menno Simons schreef aan zijn zwager Rein Edes. De mannen in mijn vaders familie heten al generaties lang Reinder Edes. Dat kon toch geen toeval zijn. Ik besloot uit te zoeken of er sprake zou kunnen zijn van een rechtstreekse link. Mijn pake (Fries voor opa) ging namelijk iedere zondag naar de doopsgezinde kerk, net als verschillende andere oudere familieleden. De familie Edes komt al een paar honderd jaar van Ameland. Er was daar een katholieke en een doopsgezinde familie Edes. Menno Simons was begonnen als priester en scheidde zich begin 16e eeuw af van de katholieke kerk. Zouden velen in mijn familie dat ook hebben gedaan en zouden anderen katholiek zijn gebleven? Wat zou er nog te vinden zijn hierover? Ik bracht een bezoek aan de conservator van de doopsgezinde collectie in het Allard Pierson in Amsterdam.
Een vrijzinnige gemeenschap zonder hiërarchie
De vele generaties doopsgezinden in mijn familie zijn niet de reden waarom ik de opmerking kreeg, of ik wel wist hoe doopsgezind ik eigenlijk was. Dat zit ‘m meer in de manier van leven. Noem het normen en waarden. Bij de doopsgezinden is iedereen gelijkwaardig, er zijn wel predikanten, maar een doopsgezinde gemeente kent geen hiërarchie. Iemand zegt in de film dat hij dat terugziet in de bouw van Mennorode: alles is gelijkvloers, mensen kunnen elkaar gelijkvloers ontmoeten. In de film zegt een predikant dat de doopsgezinden niet zo religieus zijn, dat ben ik ook niet. Maar ik vind het wel een leuk netwerk om bij te horen. Tijdens de doopsgezinde AKC-kampen was een van de kernwaarden dat iedereen geaccepteerd werd zo hij of zij is. En dat iedereen deel uitmaakt van de groep, iedereen doet mee.
Met deze film wil ik niet alleen geschiedenis vertellen, maar ook laten voelen hoe een vrijzinnige gemeenschap honderd jaar lang een plek heeft weten te bewaren. Een plek die nog altijd mensen samenbrengt.
Geslaagd premièreweekend film 100 jaar Mennorode
Op 7 juni 2025 ging 100 jaar Mennorode feestelijk in première. Zo’n 400 mensen zagen de film tijdens het pinksterweekend: een warme ontvangst vol herkenning, humor en verrassingen — met een artikel in De Stentor en op de website van het AD als bekroning.
Precies 100 jaar na de opening van het Doopsgezind Broederschapshuis Elspeet, werd de film 100 jaar Mennorode voor het eerst vertoond. Het was een waar premièreweekend: op vrijdag 6 juni was de voorvertoning tijdens de personeelsreünie. De lachsalvo’s gingen door de zaal terwijl 125 (oud)medewerkers zichzelf en vele bekenden voorbij zagen komen. Een heerlijk begin. Naderhand kwam er een echtpaar naar me toe om te vertellen dat zij een van de geheime liefdes waren waarover Wies Brink vertelde. Meneer klom destijds met een ladder naar het raam van de Mennistenhemel! Had ik dat verhaal maar eerder gehoord…
Zaterdag 7 juni zaten er tijdens de première 150 mensen in de zaal. Achteraf hoorde ik dat er stoelen bijgezet waren. De Stentor was de hele ochtend op Mennorode om mij te interviewen en foto’s te maken. Er verscheen een leuk artikel in de Stentor, het AD en de websites andere kranten die onder de paraplu van het AD vallen. De rest van het weekend is de film nog enkele malen in een kleinere zaal vertoond. In totaal hebben 400 mensen de film bekeken tijdens pinkster 2025.
Artikel in de Stentor
De film werd goed ontvangen
De zaal raakte vol, er zijn stoelen bijgezet
Een van de vertoningen in een kleinere zaal tijdens het pinksterweekend 2025
Een verslag waaruit blijkt dat de film in de doopsgezinde gelederen goed is ontvangen:
Uit een verslag over het pinksterweekend 2025 op Mennorode
'“Making of” de film: 100 jaar hotel Mennorode
In de zomer van 2023 werd ik gevraagd om na te denken over een film voor het eeuwfeest van hotel Mennorode. Ik vond de opdracht meteen interessant, omdat ik als kind al op Mennorode kwam. Op zaterdag 7 juni 2025 om 17:15 uur gaat de film in première


Mennorode is het voormalige Doopsgezind Broederschapshuis Elspeet dat opgericht werd in 1925. Anno 2025 is het een “gewoon hotel” met een bijzondere geschiedenis. Ook is het nog altijd in Doopsgezinde handen. De geschiedenis was al eerder opgetekend in een schrift bij het 25-jarig bestaan en een boek bij het 75-jarig bestaan. Mooie startpunten voor de film!
In de zomer van 2023 werd ik gevraagd om na te denken over een film voor het eeuwfeest van hotel Mennorode. Ik vond de opdracht meteen interessant, omdat ik als kind wel eens op Mennorode kwam.
Mijn familiegeschiedenis met “Elspeet”
Mijn overgrootouders in het gastenboek, met 4 kinderen, waaronder mijn opa
Ik herinner me zomervakanties met ons gezin in een van de 6-persoons bungalows die er nu niet meer staan. Beuk of berk heette het huisje geloof ik. Soms zaten we in de iets grotere huizen bij de ingang van het terrein. Later kwam ik er op eigen gelegenheid: de AKC*-reünies in de jaren ’80 en ’90 vond ik een feest en op de camping leidde ik in 1990 voor het eerst een AKC-kamp. *
Tijdens mijn studie deed ik hier zelfs een opdracht, ik schreef een marketingplan. Pas toen ik in het eerste gastenboek bladerde, ontdekte ik hoe lang mijn familiegeschiedenis met Mennorode eigenlijk teruggaat: mijn overgrootouders (Hoitsma) waren hier in 1925 al! Ze kwamen met hun kinderen, waaronder mijn opa die geboren was in 1914. Helaas kan ik niet meer navragen waarom zij kozen voor Elspeet** en hoe zij hier naartoe reisden. Natuurlijk waren ze doopsgezind. Wat waarschijnlijk hielp: hier werd geen alcohol geschonken. Mijn overgrootvader had voor zijn huwelijk in Delft gestudeerd, wat voor een boerenzoon uit het noorden van Friesland een hele expeditie was. Hij woonde bij familie in Boskoop en fietste naar de universiteit. Hij was een bescheiden man, maar erg trots op zijn ingenieurstitel, iets wat zelfs terug te zien is in het gastenboek. Dit was van mijn moeders familie, maar ook aan mijn vaders kant zijn doopsgezinde roots. Menno Simons schreef in 1558 een brief aan zijn zwager Rein Edes. De mannen in mijn familie heten al generaties lang Reinder Edes. Een onverwachte vondst die mijn onderzoek nog interessanter maakte!
Het eerste interview is op de camping die er ook bij hoort
De zoektocht naar verhalen
Mijn eerste gesprekken waren met Hein en Jaap Brüsewitz, die me veel vertelden over de geschiedenis en persoonlijke herinneringen. Daarna benaderde ik gasten, personeelsleden en bestuursleden om hun ervaringen te delen. Een oproep in de doopsgezinde media leverde mooie reacties op. In het archief vond ik ondanks eerdere waterschade waardevolle stukken: zilveren bestek, beddenpannen, lampetkannen, oude films, foto’s en zelfs een handgeschreven verslag uit 1950.
Ik sprak veel mensen met mooie herinneringen aan Mennorode. Sommigen blikten terug op de doopsgezinde vakantieweken en hun tijd als gastenleiding. Anderen hadden een lange geschiedenis met de camping of waren oud-personeelsleden. Ook oud-bestuursleden deelden hun inzichten over hoe Mennorode in stand werd gehouden. Tijdens Mondig op Zondag (16 juni 2024) vroeg ik bezoekers om in één woord te omschrijven wat Mennorode voor hen betekent. Hun antwoorden geven een prachtig beeld.
Over voetbal en bezemkasten
Veel mensen vertelden over legendarische voetbalwedstrijden van de camping tegen het huis, zwijntjes die meespeelden, kerstfeesten, spelweken, fietsen door de bossen, corvee doen, het jeugdhonk, klamme lakens in onverwarmde kamers vroeger, persoonlijke ontwikkeling en het groepsgevoel in de gastenweken met de gastenleiding. Sommige stellen werden betrapt in de bezemkast, anderen leenden een fiets om naar een café in het dorp te gaan. De oudste geïnterviewde vertelde dat zijn ouders voor de oorlog geen geld voor vertier hadden en dat een week Elspeet een heel bijzonder uitje was. Terwijl moeder die week eindelijk eens wat uit kon rusten, hielp vader met het timmeren en verven van de barakken.
Ik vroeg me van tevoren af waarom Mennorode niet aan een commerciële partij is verkocht. Het is wel eens onderwerp van gesprek geweest, maar nooit een serieuze overweging volgens de mensen die ik sprak. Natuurlijk is het tegenwoordig een “gewoon” hotel naar de maatstaven van deze tijd: een hotel met ruimte, kamers in diverse prijsklassen en met een prima keuken. Mennorode heeft bovendien een grote variatie aan vergaderzalen, voor kleine tot enorme gezelschappen. Laagbouw met veel ruimte rondom, tegenwoordig officieel een landgoed genoemd, omgeven door de Veluwse bossen. Ook na 100 jaar en een sterk afnemend aantal doopsgezinden, is er nog altijd draagvlak om Mennorode “in eigen hand” te houden. Er is zelfs een steunfonds waar particulieren geld in stort(t)en en waarop het huis in onverhoopt moeilijke tijden een beroep kan doen.
Uitdagingen tijdens het filmen
De golfkar die we voor de opnames gebruikten
Een film met alleen maar pratende hoofden is eentonig, daarom reden over het terrein in een elektrisch wagentje. Zo kan de kijker en passent zoveel mogelijk van het huidige Mennorode zien. Van tevoren wilde ik niet het hele verhaal al gehoord hebben, want dan zouden de interviews een soort toneelstukjes worden. Deze werkwijze betekende dat ik heel veel filmmateriaal kreeg: uiteindelijk zo’n 15 uur aan interviews en aanvullende opnames. De film duurt ongeveer een half uur!
Op 16 juni, de doopsgezinde dag, regende het helaas de hele dag pijpenstelen. Ik had gehoopt om een paar mensen 1, 2, 3 wij groeten u te laten zingen bij de ingang, maar dat is er niet van gekomen. Ingewijden weten precies welk lied ik bedoel. Oud-personeelsleden vertelden me dat ze er altijd om moesten lachen.
Wat de kijkers meenemen uit de jubileumfilm?
Ik hoop dat kijkers meenemen dat Mennorode een plaats is van ontmoeting en verbondenheid. Een inspirerende plek midden in de natuur. Ontelbaar veel mensen beleefden een mooie tijd in dit huis dat al een eeuw standhoudt en is nog steeds geworteld in doopsgezinde tradities. Verder hoop ik dat de kijker begrijpt waarom “de doopsgezinden” Mennorode in stand houden en het niet hebben verkocht aan een commerciële partij.
Met de bouw van “Elspeet” was een droom gerealiseerd. Mensen hier samen voor de doopsgezinde conferenties, vakantieweken en -weekenden. In die jaren, tot eind vorige eeuw, volgde iedereen dezelfde dagindeling met gezamenlijke maaltijden en vaste koffie- en theepauzes. Doopsgezinde avondsluitingen en zondagsdiensten werden aangeboden aan belangstellenden.
Mennorode heette tot 1994 Doopsgezind Broederschapshuis Elspeet, vandaar dat veel oudgedienden het nog altijd over “Elspeet” hebben. Met de wijziging van het maaltijdenregime veranderde de naam in Mennorode. Sindsdien is Mennorode het hele jaar door geopend, het functioneert als een “gewoon" hotel en conferentieoord waar iedereen welkom is. Gasten boeken hun verblijf wanneer het hen uitkomt en bestellen hun maaltijden van de menukaart, zoals gebruikelijk in een hotel. De sfeer en de aandacht zijn gebleven. Dit is nog altijd een plek waar je welkom bent, waar je goed verzorgd wordt en waar het personeel je echt ziet staan. Alle personeelsleden leren trouwens over de doopsgezinde achtergrond.
De kernwaarden van gastvrijheid, ontmoeting en verbondenheid nodigen uit tot reflectie: wat betekenen deze waarden voor jou? Hopelijk prikkelt deze documentaire de kijker om zich dat af te vragen of zelf eens te ervaren en de sfeer te proeven.
Over de montage en de keuzes
De montage nam veel meer tijd in beslag dan de opnames. Allereerst moet je alle opnames een paar keer terugkijken. Ik ging op zoek naar de herinneringen die iets teweeg brachten bij de vertellers. Van tevoren hadden we een paar thema’s benoemd die we graag terug wilden laten komen in de film, zoals de huwelijksmarkt, sport en spel, natuur, verrijking van de innerlijke mens, doopsgezinde cursussen en natuurlijk de naamswijziging naar Mennorode. We wisten bijvoorbeeld dat er diverse relaties zijn voortgekomen uit de bezoeken aan “Elspeet”.
Wat deze plek zo bijzonder maakt
Het maken van de film is een intens en bijzonder proces geweest. Het doorgronden van de geschiedenis, het luisteren naar de verhalen en het maken van keuzes in de montage – heeft me geraakt en geïnspireerd. Ik beschouw het als een bijzondere eer dat ik de geschiedenis en verhalen van Mennorode vast mocht leggen. Ik hoop dat deze film niet alleen terugkijkt, maar ook uitnodigt tot nieuwe verhalen – en tot het blijven koesteren van de mooie plek die Mennorode is.
Een interview in het oude Dopheide: het oude slaaphuis of barak D, thans de werkplaats van de technische dienst
* Algemene KampCommissie voor Doopsgezinde kampen
** Tot 1994 heette Mennorode Doopsgezind Broederschapshuis Elspeet, wat door vele mensen afgekort werd tot Elspeet.
Jubileumboek 25 jaar PI Ter Apel
Een beetje avontuurlijk ben ik wel. Toen ik in het voorjaar van 2023 in Ter Apel bij de PI een klus kon krijgen, vond ik het best spannend. Ik was nog nooit in een gevangenis geweest en
De video laat het eindresultaat zien. De beelden zijn expres onscherp, omdat het boek alleen intern verspreid is. De inhoud is vormgegeven in magazinestijl, met veel aandacht voor beeld en leesbaarheid.
In opdracht van PI Ter Apel maakte ik een jubileumboek: mooi gebonden boek met harde cover, inhoud in tijdschriftvorm. Interviews, teksten, fotografie, vormgeving en productie: alles kwam uit één hand, de mijne. One stop shop.
Door de poort
In het voorjaar van 2023 kreeg ik een bijzondere opdracht: een klus binnen de muren van de Penitentiaire Inrichting Ter Apel. Ik was nog nooit in een gevangenis geweest – justitie kende ik alleen van wat verkeersboetes. Dus ja, een beetje spannend was het wel.
Het kennismakingsgesprek vond plaats in de directiekamer, met uitzicht over het terrein. Basketballende gedetineerden, mensen aan het werk in de werkplaats, de zware deuren die achter me dichtvielen… het maakte indruk.
Onboarding professionaliseren
Ik kreeg twee opdrachten die mooi op elkaar aansloten. Eerst: het verbeteren van het onboardingsprogramma voor nieuwe medewerkers. Daarna: het maken van het jubileumboek ter ere van het 25-jarig bestaan van de inrichting.
Dankzij het onboardingprogramma kreeg ik in korte tijd inzicht in het reilen en zeilen van de PI: de filosofie achter het detentiebeleid, de doelgroep (VRIS-gedetineerden), en de specifieke vaardigheden die het werk er vraagt. Tegelijk bouwde ik snel een netwerk op binnen de organisatie – essentieel om verhalen op te halen.
Jubileumboek
En verhalen waren er. Van tientallen (oud-)medewerkers, burgemeesters en staatssecretarissen. Over dreigende sluiting, persoonlijke drijfveren en onverwachte wendingen. Eén anekdote zal me altijd bijblijven: de toenmalige burgemeester vertelde hoe hij op Schiphol toevallig hoorde dat Nederland een nieuwe gevangenis zocht. De NAVO-basis in zijn gemeente zou verdwijnen, en met een PI kon hij de werkgelegenheid behouden. Zo geschiedde. En 25 jaar later mocht ik die geschiedenis vastleggen.
Vakmanschap
De tijd was kort. Het boek moest klaar zijn voor het jubileumfeest, dus naast interviews en teksten deed ik ook de fotografie, opmaak en vormgeving. Heel eerlijk? Een groter plezier kun je mij niet doen. Met mijn achtergrond als bladenmaker en de tools van nu kun je als zelfstandige producties neerzetten die vroeger een heel bureau vergden. Op voorwaarde dat je weet wat je doet natuurlijk.
Alles bij elkaar rondde ik het project af in zo’n 400 uur – van de eerste gesprekken tot de laatste drukproef. Het resultaat: een stijlvol gebonden boek dat leest als een tijdschrift, rijk aan beeld en verhalen. Een tastbare herinnering aan 25 jaar PI Ter Apel, als cadeau aan de medewerkers.
De oplage is beperkt en het boek is niet te koop, maar ben je nieuwsgierig? Je bent welkom om mijn exemplaar in te zien.